Sommige mensen leven volop. Alles komt hen aangewaaid, zo lijkt het. De keuzes die ze maken lijken ogenschijnlijk altijd meteen de juiste. De ‘zondagskinderen’ van deze wereld. Soms wilde ik dat ik er zo een was. En de grap is: vroeger dacht ik dat ik dat niet was.
Een zondagskind. Gek woord eigenlijk, met een gekke betekenis. Mijn zondagen staan meestal in het teken van relaxen, even genieten van kleine dingen. Lekker eten, fijne gesprekken of ontmoetingen en genieten van de basis. Lekker thuis zijn, ontbijten met een kop koffie en heerlijk lang je pyjama aanhouden. Even uitzoomen. Eigenlijk afstand nemen van het doordeweekse leven. Vanuit die afstand maak je nieuwe plannen of kom je op ideeën om bestaande kwesties anders aan te pakken of te bekijken. Vaak kun je van een afstandje prima nadenken, tenminste: ik wel.
Als ik weer ‘midden in mijn leven sta’ en de ene valkuil na de andere zich aandient dan niet. Dan ‘overkomt het leven mij’. Neem ik minder verantwoordelijkheid en kan ik niet meer zo goed plannen. Lijstjes afvinken en van de ene afspraak naar de andere lijkt dan de hectiek van de dag. En dat terwijl ik mezelf in het weekend zielig kan vinden als het helemaal volgepland staat. Arme ik. Dus plannen dat ik afstand kan nemen en van een afstandje naar mijn leven kan kijken is eigenlijk gewoon een must. Dat doe ik dus vaak op zondag, alleen of samen met mijn lief. Hij maakt altijd lijstjes in zijn hoofd, ook op zondag. Maar samen genieten doe ik het liefst.
Oké terug naar het zondagskind. Soms kom ik daar best in de buurt denk ik. Als ik me er maar bewust van ben. Waar krijg ik energie van? Niet van lijstjes die reiken tot in het weekend. Even afstand nemen en nieuwe dingen creëren.