Laat me je meenemen naar jaaaaaren geleden. Toen Ovide en zijn vriendjes nog avonturen beleefden op een eiland waar ik toch nooit zou komen. Toen Chinees eten nog het meest uitzonderlijke voedsel ooit was en toen Sinterklaas nog het belangrijkste feest van het jaar was. Of was dat misschien gewoon mijn eigen verjaardag? Maakt ook niet uit. Toen was ik in gedachten al in Australië. Toen zag ik mezelf al knuffelen met een koala. Want bij mijn knuffel klemde die pootjes nooit zo hard.
Ik herinner me een liniaal uit Australië. Lelijke handdoeken van familie, opgestuurd of meegenomen naar Nederland. En elke keer bracht het mij in verwondering. Hoe zou het daar zijn? Down Under. Zouden ze daar aan de andere kant van de wereld dan ook op z’n kop leven? Australië was heel ver vliegen, dat wist ik. En ik zou de eerste jaren daarna nooit in een vliegtuig zitten dus daar echt naartoe gaan was lange tijd geen optie. Tot ik op de middelbare school zat en mijn wereld letterlijk groter werd. Mijn vriendin van de middelbare school kent mijn Australië-crush: “daar zou je ooit nog eens naartoe gaan toch?”. Richting het einde van mijn studie kwam de verliefdheid weer terug. Zou ik gaan?
En ken je dat? Je innerlijke duivel die dan begint, eerst zachtjes en later alle zeilen bijzet: het is hartstikke duur, zoveel geld krijg je nooit bij elkaar, je hebt heimwee: alleen lukt je dat nooit, wat ga je dan doen? Waar ga je naartoe? Wanneer ga je dan? Zou je niet ’s een baan gaan zoeken? Je kunt toch later altijd nog gaan? Voor mij allerlei signalen om antwoord te gaan vinden op al die vragen. En mijn wens om te gaan eindigde al snel in een NO GO. Zoals bij Sneeuwwitje en de 7 dwergen die op reis gingen. Ken je die mop? Die gingen niet. Zo dus.
Genoeg geld verdienen om ergens een fijn plekje voor mij en mijn vriendje te vinden kreeg de volle aandacht en prioriteit. Dus zette ik mijn wens naar de achtergrond. Dan later maar. En later had ik het er nog regelmatig over maar was ik vooral jaloers op de mensen die wél gingen. Uiteindelijk gingen we niet meer. Maar toen leefde ik ook nog niet echt vanuit mijn wensen en dromen maar vanuit wat ik dacht dat hoorde of wat de meeste mensen deden. En dat is al een tijdje anders. Dus stak mijn verliefdheid weer de kop op! Het beloofde land wacht immers nog steeds op mij.
Toen ik mijn geliefde vertelde over deze grote droom was hij meteen enthousiast. Hij zat al met pen en papier klaar om ál mijn wensen voor deze reis op te schrijven. En ik stond vooral verbaasd te kijken. Want ik wilde al zo lang naar ‘dat andere eind van de wereld’ (aldus mijn vader) dat ik eigenlijk niet eens wist waar ik allemaal naartoe zou willen. Alles is goed, als ik daar maar ben. Als ik maar weg kan rennen van de spanning omdat er een koala in de boom zit. Of kan huilen van geluk omdat ‘mijn kleine Loesje’ zich daar altijd al over verwonderd had. Ik ga met haar Down Under, waar mensen (naar ik heb horen zeggen) niet ondersteboven leven. Ik ga haar laten zien hoe het daar is en vooral laten zien dat alles mogelijk is als je er maar in blijft geloven. En, klein puntje, het verlangen hardop blijft uitspreken of het een plek in je leven geeft. Australië hangt al een jaar in mijn kamer in de vorm van mijn visionboard. Ik weet nog de drempel die ik voelde om het plaatje van dat land op mijn visionboard te plakken. Maar God damn, ik ga daar wel gewoon naartoe! De reis is geboekt en betaald. Alle beren op de weg bleken scenario’s. En ik heb ze allemaal verkend en onderzocht maar ik ga nu alsnog.
Alles in dit verhaal gaat voor mij over het gewoon doen. De intentie heb ik al zolang dat ik & mijn omgeving er moe van worden. “Mens, ga gewoon en wie weet vind je er niks aan daar”. Sinds ik leef in die volgorde maak ik mijn dromen waar: ik DOE iets, om vervolgens te VOELEN wat het met me doet en dan BEDENK ik of ik ermee door ga. En soms gaat het snel en soms gaat het wat langzamer. Maar die manier helpt mij wel om ermee bezig te blijven: wat wil ik en wat niet. Zo ben ik ook al van een heleboel dingen afgestapt. Alleen door het te onderzoeken; ergens mee te beginnen of mee te stoppen.
Ik ben dankbaar. Voor de kleine Loesje als graadmeter, dit proces en mensen om me heen, precies op het juiste moment. Die me gesteund en tegengehouden hebben.
Ik GA, gaaf hè? Alles is mogelijk als je er maar in blijft geloven. En voor degenen die weten dat dit zo groot voor me was dat ik het als een soort “try before you die” bestempeld had, geen paniek, ik heb nog geen plannen om hier ‘weg’ te gaan. Nog genoeg te doen en te leren!
Zin om ook met jouw wensen en dromen aan de slag te gaan? Join the club! Check de workshops!